Werkzaamheden uitvoeren voor een dochtermaatschappij, wat mag wel en niet?
De invoering van de nieuwe Woningwet heeft gezorgd voor een aanscherping van de werkzaamheden die corporaties mogen uitvoeren voor hun dochtermaatschappijen. De Woningwet gaat zelfs zover dat corporaties alleen nog maar werkzaamheden mogen uitvoeren voor het vastgoed waarvan ze zelf eigenaar zijn. Om te voorkomen dat corporaties in de knel komen met lopende verplichtingen, is er via het overgangsrecht geregeld dat activiteiten die voor ingang van de Woningwet waren toegestaan, ook na invoering van de Woningwet mogen worden voortgezet (zolang het contract loopt).
Op basis hiervan kunnen de veelal lopende werkzaamheden nog voortgezet worden. Maar hoe zit dat met nieuwe activiteiten. Mag een corporatie nog wel het beheer uitvoeren van het vastgoed dat in een dochter wordt ondergebracht in het kader van een hybride of juridisch scheiding? En wie doet dan het onderhoud?
Bedrijfsvoering en administratie wordt toegestaan
Met ingang van 1 januari 2017 vindt er via een zogenoemde Veegwet (De Veegwet moet nog door het parlement vastgesteld worden) mogelijk een uitbreiding plaats op de toegestane werkzaamheden voor dochtermaatschappijen. De Veegwet maakt het mogelijk dat corporaties werkzaamheden in het kader van de ‘bedrijfsvoering en administratie’ mogen uitvoeren voor een dochtermaatschappij.
In de bijbehorende Memorie van Toelichting (MvT) geeft de minister aan dat het met het toestaan van deze werkzaamheden aantrekkelijker wordt om een juridische scheiding door te voeren of om te kunnen samenwerken met beleggers via een gezamenlijke dochtermaatschappij. Door deze maatregel is het volgens de minister niet nodig dat de dochtermaatschappij zelf personeel aan moet nemen.
Wat wordt verstaan onder bedrijfsvoering en administratie?
De vraag is echter wat de minister precies bedoelt met de werkzaamheden in het kader van de ‘bedrijfsvoering en administratie’. De MvT op de Veegwet lijkt in dat kader namelijk beperkingen op te leggen aan het type activiteiten dat een corporatie voor een dochtermaatschappij mag uitvoeren. Zo geeft de MvT aan dat werkzaamheden op het terrein van onderhoud en projectontwikkeling hier niet onder vallen.
Dit zou betekenen dat corporaties wel de toewijzingen mogen doen van het vastgoed dat in een dochtermaatschappij is ondergebracht, maar niet het dagelijks of planmatig onderhoud. Maar ook voor de projectontwikkelaars ontstaat er een spagaat, aangezien nieuwe werkzaamheden voor dochtermaatschappijen op basis van deze uitleg alleen voortgezet kunnen worden als de betreffende medewerkers in een dochtermaatschappij worden ondergebracht.
Onderhoud en projectontwikkeling toch mogelijk?
Om het nog ingewikkelder te maken komt de minister vervolgens in reactie op vragen van 2e Kamerleden in de zogenoemde nota naar aanleiding van het verslag met een definitie van wat wordt verstaan onder ‘bedrijfsvoering en administratie’. De minister geeft aan dat hieronder wordt verstaan: ‘alle diensten die samenhangen met het bouwen, kopen, verkopen, verhuren, onderhouden en transformeren van het vastgoed van haar dochtermaatschappijen of van toegelaten instellingen of met hen verbonden ondernemingen’.
Daarmee lijkt de minister te zeggen dat het toewijzen én onderhouden van woningen is toegestaan, alsmede projectontwikkelingswerkzaamheden. De minister verduidelijkt het vervolgens nog met het noemen van enkele voorbeelden: ‘het beheren van het personeelsbestand, het opstellen van een onderhoudsplan of het ontwikkelen van een ICT-administratiesysteem. Ook het bijhouden van de verhuuradministratie behoort tot dergelijke diensten’.
Uit de voorbeelden komt helaas niet goed naar voren of het uitvoeren van het dagelijks en planmatig onderhoud of projectontwikkeling is toegestaan.
Hoe nu verder?
De Veegwet moet nog door het parlement vastgesteld worden. Verwacht mag worden dat tijdens de behandeling van het wetsvoorstel er meer duidelijkheid komt over wat de minister nu wel en niet wil toestaan. Tegelijkertijd mag van de minister verwacht worden dat hij zich houdt aan zijn antwoorden zoals gegeven in de nota naar aanleiding van het verslag. Onze inschatting is dat daarmee ruimte ontstaat voor het mogen verrichten van onderhoudswerkzaamheden voor dochtermaatschappijen. Temeer het uitvoeren van klein onderhoud in het kader van beheerwerkzaamheden voor derden wordt toegestaan, (zie ons eerdere artikel). Immers als de werkzaamheden voor een derde zijn toegestaan, dan mag het toch zeker ook voor de eigen dochtermaatschappij.
Meer weten over de Woningwet?
Rondom verschillende onderwerpen uit de Woningwet verzorgt Finance Ideas Academy voor veel corporaties incompany trainingen. Dit loopt uiteen van algemene training rondom de wetgeving tot maatwerktrainingen rondom het eigen scheidingsvoorstel of eigen financieel reglement.
- Woningwet: Kennissessie algemeen
- Woningwet: Het scheidingsvoorstelWoningwet: Het financieel reglement
- Woningwet: Marktwaarde
- Woningwet: Kennissessie voor RvC
- Inkomensregistratie: staatssteun en passend toewijzen
Een in company opleiding gericht op uw situatie en gemaakte keuzes is uiteraard mogelijk. Vraag hier een vrijblijvend voorstel aan voor een sessie aan huis. Bij onze trainingen zijn PE punten ook mogelijk voor RvT’s/RvC’s, AA’s, RA’s en RC’s.