Warmtewet: hoe stellen corporaties tarieven vast?

Geplaatst op 5 mei 2014
Geschreven door
Categorie Control & Compliance

Met de afrekening servicekosten voor de warmtelevering voor de deur stellen veel corporaties zich de vraag: hoe bepalen we de nieuwe voorschotten, en welke tarieven voor warmtelevering moeten we gezien de nieuwe Warmtewet vanaf 1 januari 2014 hanteren?

De tarieven voor Warmtelevering zijn aan de maxima gebonden die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) voorafgaand aan het kalenderjaar vaststelt. Tariefvaststelling door een corporatie kan op het eerste gezicht eenvoudig plaatsvinden door deze vast te klikken op de maximumtarieven van de ACM. Dat is voor de meeste gevallen van warmtelevering door corporaties echter wat te kort door de bocht.

Niet zomaar de maximumprijs van de ACM volgen

Allereerst blijkt in veel gevallen van warmtelevering via blokverwarming dat het vastzetten van de tarieven op de maximumprijs leidt tot aanzienlijke stijgingen van de prijzen voor de huurders. In vergelijking tot de voormalige rechtstreekse kostendoorbelasting via de servicekostenregeling, is onder meer de nieuwe vastrechtcomponent in de tarieven voor de warmtewet een oorzaak van een flinke verhoging.

Weliswaar schrijft de Warmtewet in ruil hiervoor een verplichte verlaging van de maximaal redelijke huur met een half punt per verwarmd vertrek voor, in de praktijk zal dit in de feitelijke huur voor de huurder vaak geen verschil maken om dat deze onder maximaal redelijk zit.

In veel gevallen zullen de woonlasten dus aanzienlijk kunnen stijgen als ‘blind’ de maximumprijs van de ACM wordt gehanteerd. Dit is voor veel corporaties vanuit het oogpunt van betaalbaarheid een ongewenste situatie. Maar wat is dan een redelijk tarief, en moeten we dit vaststellen per complex, wijk of voor de gehele portefeuille?

Stap 1: Bepaal de integrale kostprijs voor de warmtelevering

Om een goede inschatting te maken van een voor de huurder én corporatie passende prijs voor warmtelevering is de eerste stap om de kostprijs voor de warmtelevering goed in beeld te krijgen. Voorheen werden de inkoopkosten van het verstookte van gas en elektra en een beperkt bedrag voor administatiekosten en meting in rekening gebracht. Deze werden rechtstreeks omgeslagen over de huurders van het complex. Feit is echter, dat warmtelevering voor de corporatie meer kosten oplevert dan de kosten die voorheen via de servicekosten in rekening werden gebracht. Ook de afschrijving en rentekosten op de installatie zijn relevant. En beheer en onderhoud, storingsmanagement, facturering en afrekening brengen kosten voor de corporatie met zich mee bij de warmtelevering. Door al deze kosten te inventariseren, kan een integrale kostprijs voor warmtelevering per geleverde gigajoule worden berekend. Om een goed beeld te krijgen zou deze kostprijs per afzonderlijke installatie moeten worden berekend.

Stap 2: Match de kostprijs met de maximumprijs

Nadat de integrale kostprijs is berekend kan deze worden afgezet tegen de maximumprijs per gigajoule die de ACM hanteert. In veel gevallen zal de kostprijs onder de maximumprijs uitkomen. In het geval de kostprijs boven de maximumprijs uitkomt, is er sprake van een verlieslatende installatie. Dit kan worden veroorzaakt doordat het rendement van de installatie te laag is, bijvoorbeeld door ouderdom.

Stap 3: Maak een beleidskeuze

Doorgaans zal bij blokverwarming de integrale kostprijs echter onder de maximumprijs uitkomen. Dan is de vraag: welke beleidsuitgangspunten hanteren we als corporatie bij de bepaling van het warmtetarief. Leggen we een extra marge op de kostprijs als risicovergoeding voor de corporatie? Of vinden we dat de integrale kostprijs al aan de hoge kant is, en rekenen we juist geen risicovergoeding toe. Het beleid van de corporatie ten aanzien van onder meer woonlasten en betaalbaarheid zal hier een beslissende rol spelen.

Veel corporaties kiezen ervoor om voor hun hele werkgebied één tarief vast te stellen voor warmtelevering. Er kan echter ook worden beslist om meer te diversifiëren naar het type installatie (bijv. WKO of blokverwarming) of het type complex. Van belang hierbij is dat het hanteren van één uniform tarief kan betekenen dat sommige complexen relatief méér gaan betalen dan voorheen, en andere juist minder.

Stap 4: Stel een tarievenblad op en zorg voor goede communicatie

Na de vorige stappen te hebben doorlopen is het zaak om het tarief vast te leggen in een tarievenblad, en dit te communiceren met de huurders. Als dit nog niet gebeurt is, is een goed moment om dit te doen bij de berichtgeving over het nieuwe voorschot.

De warmtewet stelt nadrukkelijk eisen aan de corporatie op het punt van prijsbepaling en transparantie. Door bovenstaand stappenplan te doorlopen kan de corporatie richting huurders en de ACM te allen tijde een degelijk onderbouwd en gemotiveerd tarievenbeleid laten zien! Finance Ideas ondersteunt corporaties bij het vaststellen van de tarieven voor Warmtelevering.

Met onze opleiding “Financiële effecten van de Warmtewet voor corporaties” verkrijgt u inzicht in de financiële, juridische en praktisch gevolgen van de Warmtewet voor uw woningcorporatie en de aandachtspunten bij de implementatie van de wet.

Auteur

Relevante opleidingen

Relevante artikelen

Typ hier uw vraag...

Risicobeoordeling van de zorgvastgoedCorporaties kunnen blijven investeren in wonen en zorg