Risicobereidheid: tot waar voelt uw corporatie zich comfortabel
De komende jaren staan woningcorporaties voor een grote opgave. Allereest moet er in Nederland flink bijgebouwd worden om het woningaanbod te vergroten. Daarnaast is ook het verduurzamen van het bestaande bezit een forse en nog onzekere opgave. Om deze opgaven te kunnen realiseren moet er fors worden geïnvesteerd. Maar hoeveel kunnen woningcorporaties eigenlijk verantwoord investeren? Wanneer gaan financiële ratio’s knellen en tot hoever wil je als woningcorporatie gaan? Tot waar voelt het comfortabel en denkt iedereen daar hetzelfde over? Dit is allemaal afhankelijk van de risicobereidheid van de organisatie en de verschillende (interne) stakeholders.
1. Wat is het belang van risicobereidheid?
Woningcorporaties staan bij het realiseren van hun volkshuisvestelijke doelstellingen voor lastige keuzes. Op basis van de Nationale prestatieafspraken moet het investeringsniveau fors omhoog. De nieuwbouw moet verdubbelen, meer uitgaven voor woningverbetering en verdere verduurzaming van de woningvoorraad. Echter, hoe meer een woningcorporatie investeert, des te eerder komen de financiële grenzen in zicht. Het is gas geven, en tegelijkertijd voorbereidingen treffen om te gaan remmen.
Welke financiële buffer hanteer je om onverwachtse risico’s op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van je maatschappelijke impact? Bij het vaststellen van dit ambitieniveau is risicobereidheid een bepalende factor. Dat geldt voor een corporatie als organisatie, maar ook voor de verschillen tussen bijvoorbeeld de Raad van Commissarissen, het bestuur en de werkvloer.
2. Welke afwegingen moet ik maken?
De financiële draagkracht en risicovolwassenheid van de woningcorporatie, in samenspel met de wet- en regelgeving, bepalen de mate waarin risico’s genomen kunnen worden. Daarmee vormen deze aspecten het kader waarin de risicobereidheid zich bevindt. Daarnaast spelen factoren zoals de strategie en bijbehorende doelstellingen en ambities een rol. Naarmate doelstellingen en ambities toenemen, zal de risicobereidheid namelijk hoger (moeten) worden. De afweging is dan welke risicobereidheid bij de woningcorporatie past. Is de strategie om gematigd of stabiel te groeien, dan kan een lagere risicobereidheid geschikt zijn. Maar vaart de corporatie scherp aan de wind dan zullen de uitdagingen groter worden en dient de risicobereidheid toe te nemen.
3. Wat is de rol van risicobereidheid binnen het financieel beleid?
Het financieel beleid bepaalt het kader waarbinnen woningcorporaties hun ambities vorm kunnen geven. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) hebben hun normenkader voor het toezicht verankerd in een gezamenlijk beoordelingskader. Het al dan niet opzoeken van de grenzen van de (dis)continuïteitsratio’s van Aw/WSW is bijvoorbeeld sterk afhankelijk van de risicobereidheid. Hoe ver is een corporatie bereid om te gaan? Zijn de externe normen van Aw/WSW ook de interne normen of richtlijnen? Of is een vluchtstrook passend bij de risicobereidheid? Binnen het financieel beleid is risicobereidheid een bepalende factor voor het financiële kader en daarmee voor het tempo waarmee volkshuisvestelijke ambities gerealiseerd kunnen worden.
Ook interessant: In dit artikel meer over de verschillende bijstuurmogelijkheden die uw corporatie ter beschikking heeft.
4. Hoe start ik met het bepalen van mijn risicobereidheid?
Het vaststellen van risicobereidheid, zeker gezien vanuit het financiële kader, is voor veel corporaties nog een worsteling. Het in kaart brengen van materiele risico’s kan hierbij als startpunt dienen. Welke risico’s loopt de woningcorporatie en wat is de aard van deze risico’s? Door dit inzichtelijk te maken worden vragen rondom de prioritering van de doelstelling en acceptatie van onzekerheid concreter.
In een eerder onderzoek van Geertjan Vrolijk over ‘Risk Appetite of the Dutch Social Housing Sector’ wordt een nieuwe techniek gepresenteerd die risicobereidheid meet. Daarin is een vragenlijst en benchmark ontwikkeld om de risicobereidheid van het bestuur, MT en medewerkers inzichtelijk te maken. Hiermee wordt de acceptatie van overschrijding van bijvoorbeeld de LTV en ICR onderzocht voor verschillende doelstellingen over meerdere tijdsperiodes.
Uit het onderzoek blijkt dat een corporatie op de langere termijn meer risico durft te nemen. Een ander inzicht is dat de voorbeeldcorporatie de doelstelling beschikbaarheid hoog op de agenda heeft, aangezien er op dit thema een hogere risicobereidheid is. Deze inzichten kunnen voor verschillende financiële ratio’s, verschillende groepen betrokken medewerkers en verschillende tijdvakken bijdragen aan een goed gesprek en het verder concretiseren van de uitwerking van risicobereidheid.
Zelf aan de slag met uw risicobeleid?
Tijdens de opleiding Risicobereidheid en managen van risico’s gaat u aan de hand van praktijkvoorbeelden discussie voeren over risicobereidheid. Het doel? Inzicht in de wijze waarop de discussie binnen de eigen organisatie kan worden gevoerd. Het resultaat? Inzicht in de huidige risicobereidheid van uw organisatie. Een ideale opleiding voor bestuurders, managers, toezichthouders en controllers die meer inzicht willen krijgen in het begrip risicobereidheid en de wijze waarop ze in hun eigen organisatie dit onderwerp aan de orde kunnen stellen. Bekijk het programma en de data.
Aan de slag met uw financieel beleid?
Tijdens de training Financiële sturing duiken we in het sturingsinstrument, de impact op uw financiële kaders en investeringsbeslissingen. U krijgt inzicht in de theorie achter financiële sturing, de benodigde beoordelingscriteria en de samenhang hiertussen. Zo heeft u de mogelijkheden om zelf een robuust financieel sturingskader te ontwikkelen. Bekijk het programma en de data. Direct even sparren met een collega over uw situatie? Neem vrijblijvend contact op met Jeroen Dungelmann.