Licht in de duisternis van de verduurzamingstermen: van BENG tot CO2-neutraal

Geplaatst op 24 april 2017
Geschreven door
Categorie Verduurzaming van vastgoed

Tijdens het ledencongres van Aedes op donderdag 20 april heeft de corporatiesector met zichzelf hernieuwde afspraken gemaakt als het gaat om het verduurzamen van het bezit. Zo is onder meer afgesproken dat de sector door een inhaalslag uiterlijk in 2021 gemiddeld op een energielabel B uitkomt.

Maar er zijn niet alleen afspraken gemaakt over de korte termijn: ook is afgesproken dat elke corporatie uiterlijk in 2018 een plan heeft opgesteld aan de hand waarvan het bezit in 2050 CO2-neutraal is gemaakt. Maar wat betekent CO2-neutraal nu precies? En hoe verhoudt deze term zich ten opzichte van andere verduurzamingstermen als BENG en energieneutraal?

Energieprestaties van een woning of gebouw

De meeste verduurzamingstermen zijn gekoppeld aan de energieprestaties van een woning of gebouw.  De totale energievraag van een woning of gebouw bestaat uit een gebouwgebonden en een gebruikersgebonden deel. De gebouwgebonden energievraag is de energie die benodigd is om het gebouw te verwarmen, te koelen, te ventileren en van warm tapwater te voorzien.

Bij utiliteitsbouw is de energievraag van verlichting ook bij het gebouwgebonden deel inbegrepen. De gebruikersgebonden energievraag bestaat uit de energie die benodigd is voor huishoudelijke apparatuur en andere niet gebouwgebonden apparatuur.

Indien een woning energieneutraal is betekent dit dat de energievraag van de woning over een jaar genomen gelijk is aan de energie die op of rond de woning wordt geproduceerd. Energieneutraal betekent dus niet dat er geen fossiele brandstoffen worden gebruikt. Soms wordt bij het begrip energieneutraal de gebruikersgebonden energievraag inbegrepen, maar vaak ook niet.

In het Nationaal Plan bijna-energieneutrale gebouwen die ten grondslag ligt aan de BENG-norm (zie hieronder) wordt met energieneutraliteit alleen de gebouwgebonden energievraag bedoelt. Een woning die voor de gebouwgebonden energievraag energieneutraal is heeft een EPC van nul.

Vanaf 2020 moeten alle nieuwe gebouwen in Nederland ‘bijna-energieneutrale gebouwen’ (BENG) zijn. De huidige EPC systematiek komt daarbij te vervallen. De BENG-norm bestaat uit drie dimensies, waarbij voor woningen geldt dat:

  • De maximale energiebehoefte maximaal 25 kWh per vierkante meter per jaar mag bedragen;
  • Het primaire energieverbruik inclusief systeemverliezen, hulpenergie (pompen) en rendementsverlies, na aftrek van opgewekte energie uit hernieuwbare energie bronnen maximaal 25 kWh per vierkante meter per jaar mag bedragen, en;
  • Het aandeel hernieuwbare energie in het totaal van het primaire energieverbruik en opgewekte energie minimaal 50% dient te zijn.

De maximale energiebehoefte van de BENG-norm is exclusief de gebruik-gebonden energievraag. De gebruikersgebonden energievraag wordt wel meegenomen bij ‘energienotaloze’ of ‘Nul-op-de-meter’ (NOM) woningen. Bij deze woningen is de niet de energievraag maar de energienota over een heel jaar gezien netto nul. Omdat bij een NOM woning ook het gebruikersgebonden deel wordt meegenomen is de EPC lager dan 0.

Passief bouwen tenslotte is een concept waarbij een zeer laag energiegebruik gerealiseerd wordt door het nemen van zeer goede isolatiemaatregelen, kierdichting, gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning, gebruik van passieve zonne-energie et cetera. Ook een passief gebouwde woning of utiliteitsgebouw heeft een zeer laag energiegebruik, maar is niet per definitie energieneutraal. De EPC voor passief gebouwde woningen ligt ongeveer tussen 0,3 en 0,4.

Uitstoot van een woning of gebouw

In tegenstelling tot bovenstaande termen, is de term CO2-neutraal niet volledige gekoppeld aan de energieprestaties van een woning of gebouw zelf. Sterker nog, een slecht geïsoleerde woning met een hoge energievraag kan in principe CO2-neutraal zijn. De term CO2-neutraal wil zeggen dat de CO2-uitstoot als gevolg van het energieverbruik van een gebouw (inclusief de gebruikersgebonden energievraag) netto nul is.

In theorie zou een corporatie de CO2-uitstoot van zijn woningen bijvoorbeeld kunnen compenseren door het kopen van CO2 emissie reductiecertificaten. Deze certificaten zijn gekoppeld aan (vaak buitenlandse) projecten die zorgen voor een bepaalde afname van CO2 in de atmosfeer. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze ‘oplossingsrichting’ wortel schiet, omdat dit immers de oplossing van het probleem verlegt naar buiten onze landsgrenzen.

Om een CO2-neutrale vastgoedvoorraad te bereiken zonder de woningen of gebouwen zelf NOM te maken dient de resterende energievraag CO2-neutraal te worden opgewekt. Dit kan bijvoorbeeld middels duurzame energiebronnen zoals zonne- en windenergie, maar ook biogas en kernenergie zijn CO2-neutrale energiebronnen.

In het plan van aanpak om tot een CO2-neutraal bezit te komen hoeven corporaties kortom zich niet blind te staren op het energieneutraal of NOM maken van de woningen. Zij kunnen er ook een visie op na houden dat er een resterende energievraag overblijft die duurzaam opgewekt wordt door (externe) energieleveranciers. Deze visie hangt onder meer samen met de lokale situatie en het type bezit dat de corporatie heeft. Zo lenen eengezinswoningen zich beter voor het NOM-concept dan meergezinswoningen.

Werk maken van uw duurzaamheidsstrategie?

Het duurzaamheidsvraagstuk is niet langer een modeterm maar een concreet vraagstuk, waar een passende strategie essentieel is. Maar hoe weet u of de koers die uw corporatie volgt ten aanzien van het verduurzamen van het bezit de juiste is?

Het verduurzamingsvraagstuk kan een veelkoppig monster zijn, waarbij verschillende disciplines zoals techniek en financiën samenkomen. Bovendien verandert het speelveld snel en volgen de politieke en technische ontwikkelingen elkaar in rap tempo op. Tijdens de training Verduurzamingsstrategie: Realisatie van een CO2-neutrale voorraad krijgt u meer grip om uw koers te bepalen en bent u in staat de relevante vragen te beantwoorden die ten grondslag liggen aan een weloverwogen verduurzamingsstrategie.

Auteur

  • Victor Burger
    Victor Burger Partner, sectormanager wonen, senior adviseur woningcorporaties Meer info

Relevante opleidingen

Relevante artikelen

Typ hier uw vraag...