3 tips voor aansluiting op de gemeentelijke woonzorgvisie
Het thema Wonen en Zorg staat steeds beter op de kaart bij gemeenten. En dat is letterlijk bedoeld. Elke maand beoordeelt Finance Ideas nieuwe gemeentelijke beleidsdocumenten op dit thema en verwerken we de resultaten in een database. Voor elk van de onderzochte thema’s ‘Langer thuis wonen’, ‘Doorstromen’, ‘Samenwerking’ en ‘Innovatie en vernieuwing’ geldt: hoe concreter het beleidsstuk, hoe hoger de score. Op de kaart van Nederlandse gemeenten van de Taskforce Wonen & Zorg kleuren steeds meer gemeenten donker, wat betekent dat zij op de goede weg zijn.
De kaart van Nederlandse gemeenten van de Taskforce Wonen & Zorg
Ook corporaties hebben hier belang bij. Gemeenten spreken corporaties in toenemende mate aan op hun rol in het huisvesten van mensen met een zorgvraag. Om daadwerkelijk te kunnen leveren, mogen corporaties ook van gemeenten iets verwachten. In dit artikel lichten we drie onderwerpen toe waarop corporaties verwachtingen kunnen uitspreken richting gemeenten, met als doel om tot een duidelijke en passende woonzorgvisie te komen.
Tip: Tijdens de training Zorgvastgoed in perspectief ontvangt u handvatten om aan de slag te gaan met het thema wonen en zorg in de portefeuillestrategie.
1. Neem een uitvoeringsprogramma op
Met stip op nummer één staat het opnemen van een uitvoeringsprogramma. Dit is één van de meest effectieve manieren om beleidskeuzes om te zetten in concrete acties. In zo’n programma worden per actie de vragen ‘Wie?’ ‘Wat?’ en ‘Wanneer?’ beantwoordt. Op deze manier zijn de verantwoordelijkheden helder belegd en kan de voortgang gemonitord worden. Met het uitvoeringsprogramma in de hand wordt wederkerigheid beter gewaarborgd. Zo wordt het bijvoorbeeld eenvoudiger om de gemeente aan te spreken op het leveren van voldoende bouwlocaties.
Goede voorbeelden van dergelijke actielijsten zijn de te vinden in de woonvisies van de gemeente Capelle aan den IJssel, gemeente Hulst en de regiovisie van De Bevelanden.
2. Raadpleeg belanghebbenden
Gemeenten bouwen geen woningen en verlenen geen zorg. Het opstellen en uitvoeren van een woonzorgvisie gebeurt het beste in samenspraak met de partijen die dat wel doen. Doorgaans zijn dit de woningcorporaties, zorginstellingen en welzijnspartijen. Net als de gemeente stellen ook deze organisaties periodiek een visiedocument op. De woonzorgvisie moet zijn afgestemd met deze documenten.
Daarnaast moet natuurlijk gedacht worden aan de groepen voor wie de woningen gebouwd worden en aan wie de zorg verleend wordt. Hiervoor kan een beroep worden gedaan op bijvoorbeeld huurdersverenigingen of lokale ouderenorganisaties.
In de Kop van Noord-Holland stemden de verschillende partijen via een intentieverklaring en een uitvoeringsagenda de visies op elkaar af. Daarnaast kan het initiatief nemen tot een laagdrempelige eerste bijeenkomst, zoals ontbijtsessie, een goed startpunt zijn (Lees hier meer over de takeaway’s uit de recente ontbijtsessie over wonen en zorg).
3. Waarborg periodieke monitoring en evaluatie
Wonen en zorg is een ‘levend’ onderwerp. Dat wil zeggen dat er constant nieuwe kennis wordt vergaard, bijvoorbeeld door de Taskforce Wonen & Zorg. Ook gemeenten, corporaties en zorginstellingen zelf kunnen lerende organisaties zijn op dit thema. Het periodiek monitoren en evalueren van de woonzorgvisie is een goede manier om samen nieuwe kennis op te doen. De opgedane ervaring bij de uitvoering van het actieplan is waardevolle input.
Hoewel woonzorgvisies nog niet vaak zijn geëvalueerd omdat ze relatief nieuw zijn, worden woonvisies al wel regelmatig geëvalueerd. Een voorbeeld is de evaluatie van de Woonvisie 2013-2017 van Schouwen-Duiveland.
Meer inzicht in het speelveld van Wonen en Zorg?
Heeft u vragen over deze tips? Neem dan contact op met Max van Son. Wilt u meer weten over wat u in een samenwerkingsovereenkomst moet en kan regelen? Tijdens de training ‘de businesscase van zorgvastgoed’ staan we stil bij deze onderwerpen en verdiept u zich in de businesscase van (woon)zorgvastgoed. Bekijk hier het programma en de data.