Kleine corporaties die tóch administratief moeten scheiden…
In deze editie spreken wij met de directeur-bestuurders van twee relatief kleine woningcorporaties die tegen de verwachtingen in uiteindelijk toch hebben gekozen voor administratief scheiden in plaats van het verlicht regime: Martijn Rink van Rhenam Wonen (de fusie van de Rhenense Woningstichting en Woningstichting Amerongen) en Marcel Meulen van corporatie Huis en Erf.
Marcel, hoe is dat bij Huis en Erf gegaan?
‘Gelukkig waren we op tijd begonnen. Dat geldt overigens voor het hele woningwet-traject: plan van aanpak, planning, maar ook veel klankborden en overleg binnen de regio. Maar uiteindelijk moet je het als club wel zelf doen. Zo hebben wij de hele woningwet uitgeplozen; je weet dan gewoon beter waarover je het hebt dan wanneer je het via andere bronnen verneemt. Maar het scheidingstraject was voor ons toch wel verrassend: na het doen van verschillende checks en het doornemen van de FAQ’s bleek pas in tweede instantie dat het verlicht regime er voor ons niet inzat vanwege de terugkoopverplichtingen van KoopGarant-woningen. Wij zouden dan het tienvoudige daarvan moeten investeren, en dat zijn toch bedragen die voor een corporatie van onze omvang gewoonweg te groot zijn. Dus uiteindelijk kwamen we uit bij administratief scheiden.’
‘Ja, bij ons (aan het woord is nu Martijn Rink) speelt eigenlijk precies hetzelfde. Omgekeerd zou je kunnen zeggen dat je met het toepassen van het verlicht regime jezelf extra beperkingen oplegt. Dat geldt niet alleen voor de zojuist door collega Marcel genoemde investeringen. Zo hebben we net, voortvloeiend uit de prestatieafspraken met de gemeente, een beperkt aantal huurwoningen opgeleverd boven de liberalisatiegrens. Hoewel we verder geen niet-DAEB ambities hebben, leven wij liever in wat meer (beleids-)vrijheid’.
Zou je in het algemeen kunnen zeggen dat het hele woningwet-traject voor jullie ook voordelen oplevert?
Martijn: ‘Zeker. Meer aandacht voor governance en control, en niet te vergeten de focus op je kerntaak. Zoals Marcel ook al aangaf, je moet gewoon zelf aan de bak en dat is goed voor je organisatie als geheel. Dus toen Aedes met het model voor het financieel reglement kwam hadden wij dat zelf eigenlijk al gemaakt. Voor de jaarrekening zijn wij al met de full-versie voor de marktwaardering aan de slag gegaan, die is inmiddels klaar en goedgekeurd ‘.
Marcel: ‘Klopt. Het hele traject zorgt ervoor dat je scherper bent met elkaar, en laten we niet vergeten dat we met maatschappelijk geld werken! Aan de andere kant is het wel een enorm ambtelijk gedrocht dat zorgt voor kostenstijging door de administratieve lastendruk. Het beperkt je handelen, je staat nog nèt niet onder curatele. Het is de kunst om daarin het zoet-zure evenwicht te vinden zeg ik altijd maar.’
Nog even over het Bod, en de Woonvisie: Hoe zijn jullie ervaringen op dat vlak?
Martijn: ‘De gemeente denkt goed mee, het tripartiet overleg met hen en de huurders verloopt eigenlijk vrij soepel, alleen de financiële onderbouwing is nog wel een lastige met het oog op de timing van het begrotingsproces’.
Marcel: ‘Het is natuurlijk een gezamenlijke zoektocht. Je zit samen in de klas, als het ware. Ontegenzeggelijk voordeel daarvan is dat je zo onderling vertrouwen opbouwt, alles ligt op tafel. Mijn ervaring is dat verkeerde standpunten door onduidelijkheden worden uitgelokt, en dat voorkom je zo wel. Maar het blijft wel oppassen om niet in algemeenheden te blijven hangen’.
De woonvisie is een betrekkelijk statisch, abstract ding, zo geven Marcel en Martijn allebei aan. Er is verdieping nodig, ook richting de actualiteit. Door het bod zo ruim mogelijk op te stellen, ontstaat er ruimte om de uiteindelijke prestatieafspraken verder in te kleuren aan de hand van een goed uitgewerkte begroting. Zoals Martijn het hierboven al aangaf: ‘we proberen toch te leven in enige (beleids-)vrijheid’.
“AAN HET WOORD” is een serie in interviews van Finance Ideas Academy waarin we projectleiders uit de branche interviewen over hun ervaringen.
Heeft u ook een vraag die u aan een collega zou willen stellen?
Of zou u misschien zelf geïnterviewd willen worden voor een volgende editie? Neem dan contact op met onze docenten.